Verbindingsprofielen beheren
U kunt verbindingsprofielen beheren door vanuit de hoofdweergave
achtereenvolgens >
Internetverbinding
>
Verbindingsprofielen
te selecteren. De huidige profielen worden weergegeven in een lijst.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
H u l p p r o g r a m m a ' s e n i n s t e l l i n g e n
10
• Als u een vooraf gedefinieerd profiel wilt gebruiken, selecteert u het
profiel in de lijst.
• Als u een vooraf gedefinieerd profiel aan de lijst wilt toevoegen,
selecteert u
Nieuw
en selecteert u het land en de naam van de
serviceprovider.
• Als u een vooraf gedefinieerd profiel wilt bewerken, selecteert u
naast het gewenste profiel.
Geef de naam van het toegangspunt op in het veld
APN
en geef de
gebruikersnaam en het wachtwoord op in de desbetreffende velden.
Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
Selecteer
Primaire DNS
of
Secundaire DNS
en voer de servernaam in
om de domeinnaamserver (DNS) te definiëren.
Selecteer
OK
om de instellingen op te slaan.
• Selecteer de X naast het profiel om een profiel uit de lijst te
verwijderen.
• Selecteer
Nieuw
>
Nieuw
om een nieuw profiel te maken.
Voer een profielnaam, de naam van het toegangspunt (APN), de
gebruikersnaam en het wachtwoord in en definieer de instellingen
voor domeinnaamservers. Neem contact op met uw serviceprovider
voor de juiste instellingen.